Schriftelijke vragen Vaessen inzake Dood vosje na mogelijke verstoring door reconstructie rotonde Nobellaan
Indiendatum: 14 apr. 2023
Geacht college,
Afgelopen Paasweekend werden vier vosjes aangetroffen in een kelder. Daarvan is er één overleden. De overige 3 vosjes zijn overgebracht naar het Natuurhulpcentrum te Opglabbeek. De vosjes zijn mogelijk in de kelder verstopt nadat de zogende moeder verstoord werd door de aankomende verbouwing van de rotonde aan de Nobellaan. Aangezien uw college een zorgplicht voor in het wild levende dieren heeft,[1] leidt bij de Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen.
1) Na de vondst van een dode vos bij de Linie van Dumoulin in april 2022, is de gemeente in juni 2022 op de hoogte gebracht van verblijfplaatsen van vossen in Maastricht. Hierbij werd onder andere de mogelijke verblijfplaats aan de Nobellaan vermeld. Kan uw college deze gang van zaken bevestigen?
2) Het is wettelijk verplicht om bij iedere bouwactiviteit een Quickscan Wet Natuurbescherming uit te voeren. Dit beoordeelt of er beschermde flora en fauna voorkomen in het plangebied. Het is immers verboden vossen opzettelijk te doden en voortplantingsplaatsen hiervan opzettelijk te beschadigen of te vernielen.[2] Heeft uw college in casu een Quickscan Wet natuurbescherming laten uitvoeren? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst? Zo nee, waarom niet, hoe verhoudt dat zich tot de Wet natuurbescherming en wat is daarvan het gevolg voor uw college?
3) Indien er geen Quickscan Wet natuurbescherming heeft plaatsgevonden, kan men in casu stellen dat het risico op het doden van de vos en het beschadigen van de voortplantingsplaats voor lief is genomen. Hierdoor is er dus sprake van voorwaardelijke opzet.[3] Heeft uw college in casu een ontheffing verkregen betreffende het doden of beschadigen van de verblijfplaats van de vos?
4) Indien voorgaande vraag negatief beantwoord wordt: is uw college van mening dat er sprake is van voorwaardelijk opzet, en dus van een overtreding in de zin van de Wet natuurbescherming? Zo ja, wat is daarvan het gevolg voor uw college en welke maatregelen gaat uw college in het vervolg nemen om dit soort situaties uit te bannen? Zo nee, waarom niet, hoe verhoudt dat zich tot de Wet natuurbescherming en denkt uw college dat deze gang van zaken een toets hieromtrent bij de provincie Limburg zou doorstaan?
Gaarne beantwoording binnen de daarvoor geldende termijn.
Hoogachtend,
Jules Vaessen
Partij voor de Dieren
[1] Art. 1.11 leden 1 en 2 Wet natuurbescherming.
[2] Art. 3.10 lid 1 sub a en b jo. Bijlage Onderdeel A Wet natuurbescherming.
[3] HR 19 juni 1911, ECLI:NL:HR:1911:1; HR 9 november 1954, ECLI:NL:HR:1954:1; HR 19 februari 1985 ECLI:NL:HR:1985:AC8716.
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Vaessen inzake Gevolgen vuurwerkoverlast voor mens en dier
Lees verderSchriftelijke vragen Strik inzake de toekomst van het Landbouwbelang
Lees verder