Schrif­te­lijke vragen Vaessen inzake Afschot zwijn Waldeckpark

Indiendatum: 31 mei 2024

Geacht college,

Ons bereiken signalen dat bij het Waldeckpark een wild zwijn afgeschoten is. Dit leidt bij de Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen.

1) Het wild zwijn is beschermd.[1] De rechtbank Midden-Nederland heeft ontheffingen omtrent de nulstand betreffende wilde zwijnen eerder al geschorst.[2] Was voor dit geval ontheffing verleend? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dit zich tot de Wet natuurbescherming?

2) Indien er sprake is van een noodsituatie kan gelet op de veiligheid besloten worden tot maatregelen. Uit navraag blijkt dat het zwijn al om 01u30 ’s nachts gesignaleerd en gemeld werd. Pas om 10u ’s morgens is een actie op touw gezet. Op het moment van afschot, rond 12u, zou het zwijn in de binnengracht van het Waldeckpark gezeten hebben. Met schepnetten aan weerszijden van de gracht had het dier ingevangen en uitgezet kunnen worden. Ook daarvoor had het dier volgens experts gevangen kunnen worden met netten. Gelet op de omstandigheden van het geval kan dus niet gesteld worden dat de situatie gevaar opleverde voor de (verkeers)veiligheid. Kan uw college het uiteengezette tijdpad bevestigen? Waarom is er niet voor gekozen om meteen het dier in te vangen met schepnetten, zodat het elders in natuurlijk gebied uitgezet kon worden? Vindt uw college dat gelet op de omstandigheden van het geval (de lange duur tot actie, de plek van afschot etc.) dat alternatieven maatregelen getroffen hadden moeten worden? Zo ja, dewelke? Zo nee, waarom niet, hoe verhoudt dat zich tot de specifieke casus en uw voornemen tot dierenwelzijn?

3) Het dier werd ’s nachts al gesignaleerd en gemeld. Pas in de ochtend is er actie ondernomen en rond het middaguur afgeschoten. Op zo’n moment zit het dier vol met adrenaline en stresshormonen. Dit maakt dat er meerdere schoten nodig zijn om het dier te doden. Los van het lijden van het dier is dit ook erg schokkend voor de omgeving. Ooggetuigen geven aan dat het geluid door merg en been ging. Vindt uw college dat gelet op dierenwelzijn maar ook de bewoners de juiste middelen ingezet zijn? Zo ja, waarom, hoe verhoudt dit zich tot de Wet natuurbescherming en de omstandigheden van het geval? Zo nee, waarom niet en wat is hiervan het gevolg voor uw college?

4) Daarenboven is het verboden om binnen de bebouwde kom te jagen met geweer.[3] Is in casu een ontheffing of vrijstelling verleend? Zo nee, hoe verhouden de omstandigheden zich tot dit verbod en wat is daarvan het gevolg voor uw college?

5) Maakt dit soort gevallen deel uit van de aanbesteding dierenwelzijn? Zo ja, is de uitvoeringsorganisatie hiervan gecontacteerd en ingezet?

6) Indien voorgaande vraag negatief beantwoord wordt, zijn er andere instanties benaderd om het dier in te vangen zoals bijvoorbeeld het natuurhulpcentrum Opglabbeek? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dat zich tot de Wet natuurbescherming?

7) De Partij voor de Dieren is van mening dat alternatieve maatregelen genomen moeten worden in zulke situaties. Het dier had bijvoorbeeld ingevangen of verdoofd kunnen worden. Is hier de escalatieladder doorlopen? Zijn er alternatieven voor afschot overwogen? Zo nee, waarom niet?

8) Ons bereiken steeds vaker signalen over dieren die lijden en niet opgehaald worden, dieren die urenlang ronddwalen voor ze ingevangen worden en dit geval afschot als absoluut dieptepunt. In uw coalitieakkoord spreekt uw college van het actualiseren van dierenwelzijnsbeleid.[4] Vindt uw college dat dit soort zaken, en deze casus in het bijzonder, deze belofte waarmaakt? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor uw college?

Gaarne beantwoording binnen de daarvoor geldende termijn.

Hoogachtend,

Jules Vaessen

Partij voor de Dieren

[1] Art. 3.10 lid 1 sub a jo. bijlage A Wet natuurbescherming.

[2] Rb. Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2022:665.

[3] Art. 3.21 lid 3 Wet natuurbescherming.

[4] Coalitieakkoord 2022-2026, p. 16.