Bijdrage Vaessen VvGB schuil­ge­le­genheid Belve­dè­reberg


24 september 2024

Voorzitter,

Een schuilgelegenheid klinkt misschien als een sympathiek en diervriendelijk plan. Echter, het is gewoonweg de wettelijke term die gekoppeld is aan deze voorziening. Ik zal uiteenzetten waarom dit in feite een aflammerstal is. Dit wil zeggen een stal waarin ooien in kraamkooien staan. En dat nota bene in een natuurcompensatiegebied, nog meer reden waarom het absoluut geen goede ruimtelijke ordening betreft.

De geplande stal is 520m2 groot en heeft een nokhoogte van 4 meter. Dit op een perceel van 10 hectare. Dat is 100.000 vierkante meter.

Rondgang bij landelijke buurgemeenten laat zien wat zij bijv. verstaan onder een ‘schuilgelegenheid’. In Valkenburg a/d Geul is een echte schuilgelegenheid afhankelijk van de perceelgrootte.[1] Op een stuk grond van 20.000m2 kan een schuilgelegenheid maximaal 30m2 groot zijn, met een nokhoogte van 3m. En dat is het absolute maximum dat in Valkenburg a/d Geul mogelijk is.

Ik maak een vergelijk met de Maastrichtse situatie. Omgerekend zou de stal op de BVD-berg dan max 150m2 kunnen zijn. Toch zou deze stal volgens het college alleen maar een sympathieke schuilgelegenheid zijn.

Voorzitter, het geplande gebouw is maar liefst meer dan drie keer groter dan dat. 520m2 is geen schuilgelegenheid meer. Het is gewoon een megastal. Enkel bedoeld om lammeren te fokken, groot te brengen en naar de slacht te brengen. Een verdienmodel waarbij dieren en hun welzijn het onderspit delven. Durf dat dan ook te benoemen.

Van een goede ruimtelijke ordening is in dit voorstel geen sprake. Bovendien past een gebouw met deze gigantische omvang onmogelijk in een natuurcompensatiegebied.

In deze opvatting worden wij gesterkt uit onverwachte hoek.

Door wie dan, hoor ik u al denken voorzitter. Welaan, door uw eigen college! En dan citeer ik uit de klaarliggende dierenwelzijnsnota.

‘Hoewel het wellicht voor de hand ligt om overal schuilhutten aan te leggen om hittestress te voorkomen, is dit in landelijk gebied niet wenselijk vanwege het rommelige uiterlijk dat dit aan het landschap kan geven. Bomen en hagen blijken echter effectieve natuurlijke elementen om de benodigde schaduw te bieden.’[2]

Nou, dát lijkt ons uit het hart gegrepen. Geen megastal, geen schapen op de BVD-berg en meer bomen en heggen om de biodiversiteit en dus ook de hazelworm en muurhagedis daadwerkelijk te helpen. En daardoor elk jaar honderden lammeren die een gewisse dood door slacht bespaard blijft.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid. Zeker met het oog op zoönosen, ziekten die overspringen van mens op dier. Om het niet eens te hebben om dieren die vervuilde planten op een voormalige vuilnisbelt eten. Om daarna zelf opgegeten te worden. Over dierenwelzijn gesproken.

Voorzitter, ik rond af. Van consistent beleid en deugdelijke onderbouwing is geen sprake. Als het het college in deze te doen is om dierenwelzijn, gaat het in tegen zijn eigen dierenwelzijnsnota. En als het bedoeld is in de zin van een goede ruimtelijke ordening gaat in tegen een vergelijking met omliggende gemeentes.

Kortom: het is geen schuilgelegenheid, maar met deze afmetingen een megastal. Dit past onmogelijk in een natuurcompensatiegebied, waar talloze beschermde soorten leven. En nog eens vlakbij Natura2000-gebieden. Van een goede ruimtelijke ordening is dan ook geen sprake.

Onze fractie kan niet instemmen met een plan waarbij het verdienen van geld over de rug van dieren, wordt gefaciliteerd. Een verklaring van geen bedenkingen kan dan ook onmogelijk afgegeven worden.

Dank u wel.


[1] Beleidsregel schuilgelegenheden in het buitengebied Gemeente Valkenburg aan de Geul, p. 6.

[2] Nota Dierenwelzijn gemeente Maastricht, p. 46.