Bijdrage Vaessen Finan­ciële veror­dening


26 maart 2024

Voorzitter,

Laten wij vooropstellen dat het ons niet te doen is om de Nederlandse dansdagen. Dat initiatief dragen wij, net als de Bonbonnière overigens, een warm hart toe. Wat ons betreft draait de discussie daar vandaag niet om.

Punt van discussie voor ons is wel: hoe gaan we in het vervolg om met de herverdeling van schaarse middelen, zoals in dit geval subsidies? De verdeling zoals het nu gebeurt, bij vaststelling van begroting en de kaderbrief, is ons een te ver van mijn bed show. Nog los van dat we het in de aangevoerde grondslag niet lezen, is deze vrijbrief ons te ruim. Binnen de bestaande kaders schuiven met geld dient in onze ogen in beginsel gepaard te gaan met een raadsbesluit.

Dat zal ik uiteenzetten aan de hand van een drietal punten. Zo past het bij het budgetrecht[1] van de raad om te bepalen waar geld naartoe gaat en waar niet. Dit gaat voor ons verder dan enkel de kaders in ruime mate vast te stellen bij de begroting[2] en de kaderbrief. Gesteld kan dan ook worden dat ook het herverdelen van middelen binnen die gestelde kaders het budgetrecht eer aan doet. Wat ons betreft, is een raadsbesluit tot herverdeling in lijn met het budgetrecht.

Bovendien wordt daarmee de raad, als hoogste orgaan, beter in stelling gebracht. Als boven een bepaald bedrag een raadsbesluit tot herbestemming binnen hetzelfde kader nodig is, blijft de raad in control. Op basis van een politieke overweging kan dan bepaald worden wel of niet te schuiven met middelen.

Daarnaast zal de raad aan bod komen om een besluit te nemen over herverdeling bij politiek gevoelige onderwerpen. Juist als politiek orgaan valt er veel voor te zeggen om bij dit soort kwesties naar de raad te komen. Daarmee wordt ook voorkomen dat we slechts achteraf geconfronteerd worden met een besluit tot herverdeling. Middels een raadsbesluit kunnen alle vertegenwoordigers in alle openbaarheid hun zegje doen over het herbestemmen. Wij denken dat dit niet alleen de transparantie, maar ook de begrijpelijkheid van een besluit ten goede komt. En dat zeker naar buiten toe; als het politiek gevoelige onderwerpen betreft. In onze ogen is de democratie daarbij gebaat.

Zoals gezegd, is de huidige grondslag te ruim. Daarenboven vinden wij de aangevoerde grondslag te onduidelijk. Als wij het al niet zo lezen; hoe kunnen we dan ervan uitgaan dat inwoners de spelregels zo opvatten?

Onzes inziens is de oproep om tot beleids- en spelregels van de begroting te komen dan ook een juiste. Het past bij het budgetrecht, de raad als hoogste en als politiek orgaan.

Er moet wel voor gewaakt worden dat het college voor elk wissewasje naar de raad dient te komen. Het moet ook nog slagvaardig kunnen besturen. De grenzen moeten dan ook niet té laag liggen. Maar als wij naar beleidsregels begroting van vergelijkbare gemeenten als Maastricht kijken, zien we dat daar echter een mouw aan te passen valt.


[1] Art. 189 lid 1 Gemw.

[2] Art. 191 Gemw.