Bijdrage Vaessen motie Woon­wagens


23 april 2024

Voorzitter,

Iedereen heeft wat ons betreft op een dak boven zijn hoofd. In een al te krappe woningmarkt, zullen we vandaag in het bijzonder stilstaan bij woonwagenbewoners.

Als wij het verkennend onderzoek ‘Van uitsterf- naar uitstelbeleid’ lezen, kunnen we maar tot één conclusie komen. Hoe er jarenlang, stelselmatig met woonwagenbewoners is omgegaan… daar lusten de honden geen brood van.

Of het nou gaat om de stereotypering, de wijze waarop de opgave geduid werd als het ‘woonwagenprobleem’ en de ‘heropvoedende’ insteek van woonwagenwetgeving…[1] het is niet te bevatten. Toch was zelfs deze situatie nog beter dan het uitsterfbeleid dat het ministerie ging hanteren nadat deze wetgeving werd ingetrokken.

Hoewel gewaarschuwd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, ging de overheid nadien over tot ‘het uitgummen van de woonwagencultuur’[2] en werden standplaatsen meer en meer geschrapt. Dan waren zelf de eerste en tweede Woonwagenwet nog beter. Voorheen kreeg men tenminste nog, zij het onder dwang, een kamp met 50 standplaatsen toegewezen. Tegenwoordig zou menig woonwagenbewoner, en ik citeer, ‘er een moord voor doen’.[3]

Voorzitter, dat brengt mij bij de situatie van vandaag. Want ook al is de Rijksoverheid in 2017 tot inkeer en een nieuw beleidskader gekomen, sindsdien is er bar weinig gebeurd. De luttele 49 nieuwe standplaatsen vallen in het niet bij de opgave van 4000. Daarmee is iets meer dan 1% van de behoefte ingevuld. En dat inmiddels 6 jaar na het opstellen van het nieuwe beleidskader.

Ook in Maastricht wil het nog niet vlotten met deze opgave. In al die jaren is er nog geen nieuwe standplaats bij gekomen. En de 18 standplaatsen die de komende jaren gaan verschijnen, steken schril af bij de lijst met 167 wachtenden. Om het dan niet eens over de lange realisatietijd te hebben. Bovendien gaat het enkel om huurstandplaatsen, en geen opties tot koop.

Dat brengt mij tot een ander punt. Want wat ons betreft, komt er een mooie mix qua huur- en koopwoningen. Deze laatste blijven echter helemaal buiten schot. Er wordt simpelweg geen enkele gerealiseerd.

Hierdoor komt men überhaupt niet eens toe aan het vestigen van een hypotheek; laat staan het aanschaffen van een woning. Daar is immers grond voor nodig. En als men geen hypotheek kan vestigen, kan er ook geen woonwagen gekocht of geplaatst worden. Ook dat maakt de huidige situatie wat ons betreft nog schever.

Voorzitter, al met al genoeg reden om uw college te verzoeken om tot een nieuw en een concreet woonwagenbeleid te komen. De opgave, de wachtlijst, de realisatie en de verschillen in goederenrechtelijke positie zijn te lang of te groot om te spreken van een hoopvolle situatie. Ook de woonwagenbewoners hebben recht op leven, een woning en op eerbiediging van hun familie- en privéleven. De motie zullen wij dan ook van harte steunen.

Dank u wel.


[1] Teodorescu 2024, Van uitsterf- naar uitstelbeleid: Woonwagenbewoner zoekt nog steeds standplaats, p. 7-8.

[2] Teodorescu 2024, Van uitsterf- naar uitstelbeleid: Woonwagenbewoner zoekt nog steeds standplaats, p. 10.

[3] Teodorescu 2024, Van uitsterf- naar uitstelbeleid: Woonwagenbewoner zoekt nog steeds standplaats, p. 8.