Bijdrage Vaessen Dele­ga­tie­be­sluit Omge­vingswet

Voorzitter,

Een veelgehoord kritiekpunt uit de rechtswetenschap is dat bij de totstandkoming van de Omgevingswet te veel aandacht is besteed aan flexibiliteit, slagvaardigheid en snelheid. En dat gaat soms ten koste van de grondwettelijke aspecten van de verschuiving in bevoegdheden die de wet mogelijk maakt. Onder de Omgevingswet vindt er een machtsverschuiving plaats van het democratisch gelegitimeerd orgaan naar het uitvoerend orgaan.

Dat maakt dat we als raad extra kritisch moeten kijken naar de inhoud van het voorliggende en vooral ook de toekomstige, meer uitgebreide delegatiebesluiten. De geschiedenis leert dat zodra bevoegdheden overgedragen worden aan het college het erg moeilijk is om ze weer terug te krijgen. We zijn daarom ook blij dat de strekking vooralsnog terughoudend is. En voor ons is het uitgangspunt dat wij leidend blijven voor een goede ruimtelijke ordening, juist omdat wij dat democratisch gelegitimeerd orgaan zijn. En als het goed is een mooie afspiegeling van onze mooie stad.

Dat leidt tot een vraag. Categorie 1 van de gedelegeerde bevoegdheden luidt: ‘het wijzigen van onderdelen van het tijdelijke Omgevingsplan op basis van de huidige uitwerkingsregels worden opgenomen zoals in bestemmingsplannen die golden op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Zou de raad vóór de volgende raadsvergadering een overzicht mogen ontvangen van alle wijzigings- en uitwerkingsregels die momenteel zijn opgenomen in geldende bestemmingsplannen en beheersverordeningen? En dus ook die automatisch zouden vallen onder dit delegatiebesluit? Dan hebben we een iets beter idee van wat we weggeven aan het college. Dan kunnen we eventueel nog bijsturen waar nodig en waar wenselijk.

Dank u wel.