Bijdrage Kader­brief 2025


2 juli 2024

Voorzitter,

Het begint een beetje ons stokpaardje te worden. Ook in deze Kaderbrief lezen we nergens het woord ‘dier’ terug. Dat ondanks de belofte in het coalitieakkoord over meer handhaving ten behoeve van dierenwelzijn. En ook de aandacht voor evacuatie bij hoogwater valt niet terug te vinden in de kaderbrief.

Het staat ons allemaal nog scherp op het netvlies gebrand hoe 3 jaar geleden de Maas overstroomde. Mensenlevens bleven daarbij gelukkig ternauwernood gespaard. Jammer genoeg kunnen we niet hetzelfde zeggen over ettelijke dierenlevens.

Uit het hele land kwam het aanbod om hulp te bieden. Maar doordat dierenhulporganisaties niet in het crisisprotocol waren opgenomen, niet goed duidelijk was waar men moest zijn, waar dieren in nood zich bevonden en waar ze vervolgens naartoe konden, was alle hulp tevergeefs. Talloze dieren vonden daarbij de verdrinkingsdood.

Sindsdien heeft de politiek niet stilgezeten. In de Tweede Kamer diende de Partij voor de Dieren samen met D66 en de PVV een motie in om tot landelijke richtlijnen te komen voor hulp aan dieren in rampen. De motie werd nagenoeg kamerbreed aangenomen.[1] Met steun van de geestverwante fracties in dit huis zou de steun overweldigend zijn.

De uitvoering van deze motie heeft in een aantal veiligheidsregio’s tot concrete actie geleid. Zo hebben de stichting Dieren in rampen, het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid en de veiligheidsregio's Groningen en Amsterdam-Amstelland de handen in één geslagen. Zij gaan samen een voorstel uitwerken om te bezien hoe dieren een plek kunnen krijgen in de crisisbeheersing. En dus hoe al deze partners het beste samen kunnen werken, zodat taferelen zoals die hier van drie jaar geleden hopelijk tot het verleden behoren. Hiermee wordt invulling gegeven aan de wettelijke taak om gevaar voor mens en dier te bestrijden.[2]

Toch hebben al deze ontwikkelingen in de veiligheidsregio Zuid-Limburg nog tot weinig veranderingen geleid. Weliswaar is er door de veiligheidsregio Zuid-Limburg nu een overzicht gemaakt van alle dierenhulporganisaties in Limburg. Een inventarisatie van waar dieren zitten, wat evacuatieplannen van organisaties en bedrijven en waar dieren dan naartoe kunnen ontbreekt nog steeds. Bij mijn weten wordt hier ook niet aan gewerkt.

Voorzitter, we kunnen ons waarschijnlijk allemaal nog het stijgende water op Tweede Kerstdag herinneren. Afgelopen kerst, stond een stier moederziel alleen op een eiland in de Maas. Deze kon geen kant op. Door het snel stijgende water zat ie gevangen en vreesden we voor zijn leven. Op het nippertje kon deze pas dagen later door zijn eigenaar gered worden.

Het laat wel zien dat er meer nodig is voor onze provincie dan hetgeen er nu is. Ons landschap, onze ligging vraagt om een uitgebreid draaiboek voor dieren in de crisisbeheersing. Bovendien redt het ook mensenlevens; het voorkomt dat mensen eigenhandig hun dieren in nood proberen te redden of hulp weigeren als hun dieren niet mee kunnen. Met zulk beleid zouden we bovenal vooroplopen in Nederland.

Voorzitter, met deze motie roepen wij u als algemeen bestuurslid van de veiligheidsregio op om een dusdanig draaiboek uit te werken met betrokken partners. Dit sluit ook aan bij de ambitie van deze coalitie om tot een beleidskader met aandacht voor evacuatie bij hoog water te komen.[3]

En ik weet uit eigen ervaring hoezeer u een hekel heeft aan het woord ‘pilot’. Dus bij deze de vraag om de resultaten hiervan ‘bij proeve’ uit te rollen binnen de veiligheidsregio. En hierover te rapporteren aan de gemeenteraad.

Verder lezen we dat de stad vergroend gaat worden. Er worden meer groene schoolpleinen aangelegd, meer bijenlinten en bloemenweides. Ook worden er meer bomen geplant, waaronder de geboortebosjes naar aanleiding van onze motie. Ook komend jaar worden er weer 500 tot 1200 gezinnen aan beide kanten van de Maas bediend.

Dit zijn allemaal mooie ontwikkelingen. Jammer is alleen dat de huidige praktijk van het ‘ontgroenen’ van de gemeente onderbelicht blijft. Immers, als wij de officiële bekendmakingen volgen, zien wij de ene na de andere kapvergunning verleend worden. Dat kappen en het dan planten van jonge boompjes doet alles bij elkaar meer afbreuk aan het groen, de biodiversiteit en het reduceren van hittestress dan bomen gewoon laten staan.

Voorzitter, uit onderzoek blijkt immers dat afhankelijk van de leeftijd, het soort boom en de kroonomvang daarvan een volwassen boom alleen qua natuurwaarde met jonge bomen gecompenseerd kan worden als er 2.000 bomen in de plaats komen.[4] Als wij elke week weer de gretigheid en bereidwilligheid zien om mee te werken aan kapvergunningen, vragen wij ons af waarom dit in deze kaderbrief buiten beschouwing blijft. Buiten de occasionele onontvankelijkheidsverklaring, wordt nagenoeg elke kapvergunning in Maastricht verleend blijkens de officiële bekendmakingen.

Misschien zegt dat wat over hoe wij met het groen en natuur omgaan in deze stad. Maar misschien vraagt dat nog meer om een scherper kaderstellende rol van deze raad. Immers, aan de hand hiervan kan het college besluiten om aanvragen af te wijzen of te verlenen.

Wij zouden daarom graag nog eens de nu geldende Bomenverordening tegen het licht houden. We horen graag hoe het college daarover denkt. Anders zullen we als fractie zelf het heft in handen moeten nemen, en hieromtrent met een initiatiefvoorstel komen.

Dan de motie Dierenvoedselbank, voorzitter. Of moet ik zeggen: waar een bezoek aan het VNG-congres al niet goed voor kan zijn. Daarbij wil ik opmerken dat het jammer is dat onze raad niet de traditie kent om hier met elkaar samen aan deel te nemen, met griffie en college. Dit in tegenstelling tot andere gemeentes in onze nabijheid.

Het biedt immers leerzame inzichten in de gemeentepolitiek. Hoe andere gemeentes met dezelfde uitdagingen en vraagstukken omgaan. Het in aanraking komen met organisaties en verenigingen die daar handvatten voor bieden. En men leert elkaar ook onderling beter kennen. Dat komt de wederzijdse verstandhouding en samenwerking mogelijk weer ten goede. Dat alles dient de werking van de Maastrichtse democratie.

Nogmaals, ik vind het jammer dat wij deze traditie niet kennen om hier als raad, onze griffie en college naartoe te reizen. Ik spreek van hier de hoop uit dat we intern kunnen bezien hoe we dit de komende jaren vorm kunnen geven. Bij deze wil ik dat balletje opwerpen, voorzitter, om maar wederom niet van een ‘pilot’ te hoeven spreken.

Terug naar de motie, voorzitter. ‘Investeren in verbondenheid’, is de titel van de kaderbrief 2025. Een naam waar wij op zich achter kunnen staan. Ware het niet dat het investeren in de verbondenheid met een groot deel van de inwoners van Maastricht, helaas opnieuw, vergeten wordt. We hebben het hier natuurlijk over de band tussen dier en mens.

We hoeven vandaag niemand hier in deze zaal die zorgt voor een dier uit te leggen hoe veel onvoorwaardelijke steun en liefde, maar ook geluk en plezier je voor die zorg terugkrijgt.

Het zorgen voor een huisdier heeft een wetenschappelijk bewezen positief effect op de gezondheid. Het draagt bij aan het verminderen van eenzaamheid, angst en depressiviteit.

Maar als je plotseling je baan verliest, of om welke andere reden dan ook, in een financieel benarde situatie terechtkomt en je aan financiële draagkracht voor die zorg verliest, dien je dan ook je huisdier te verliezen?

Wat onze fractie betreft niet. Want zoals we de afgelopen maanden in het sociaal domein al meermaals aangaven, is een huisdier juist voor mensen in een kwetsbare positie vaak hun lust en hun leven. Een reden om uit bed te komen en om door te gaan. Het scheiden van mens en dier zou wat ons betreft dan ook, waar mogelijk, voorkomen moeten worden.

Het niet kunnen betalen van voer- of dierenartsenkosten gaat echter niet alleen ten koste van het welzijn van dieren, maar ook van dat van hun verzorgers. Juist omdat een dier voor mensen in een kwetsbare financiële positie van grote waarde is, en het gevoel niet goed voor hun dier te kunnen zorgen, een grote emotionele belasting teweegbrengt.

Zo had in 2019 11,3% van de Maastrichtse huishoudens een inkomen dat lager ligt dan 110% van het wettelijk sociaal minimum. Als je die cijfers tegen het aantal huishoudens met een dier legt, landelijk rond de 47%, kom je uit op zo’n 3700 Maastrichtse geschatte minima-huishoudens met een huisdier.

Op dit moment maken zo’n 80 Maastrichtse huishoudens gebruik van de dierenvoedselbank van Stichting Hart voor Huisdieren Limburg. Uit onderzoek van het LICG blijkt echter dat een groot deel van de minima de weg naar de dierenvoedselbank niet weet te vinden. Redenen hiervoor zijn o.a. doordat de organisaties vaak niet professioneel georganiseerd zijn. Zij worden ten slotte gerund door vrijwilligers, maar ook doordat het punt van uitgifte gewoonweg niet bereikbaar is.

Onze fractie zou zowel minima met huisdieren als de dierenvoedselbank in HEEL Maastricht graag willen ondersteunen. Daarom dienen we deze motie in, waarin we verzoeken om aandacht te besteden aan de Dierenvoedselbank op de kanalen van de gemeente en de Sociale Kaart. Te onderzoeken hoeveel huishoudens niet terecht kunnen bij de Dierenvoedselbank en hoe hoog de kosten zouden zijn bij het vergoeden van de verzendkosten van de Online Dierenvoedselbank. Te bezien hoe we de Dierenvoedselbank Hart voor Huisdieren Limburg kunnen ondersteunen. En deze laatste twee punten mee te nemen in het nieuwe beleidsplan Armoede en de Dierenwelzijnsnota.

En tot slot over huisdieren, voorzitter, blijkt uit onderzoek van het LICG dat het merendeel van de mensen al een huisdier heeft. En dit juist op het moment dat zij in financieel zwaar weer terechtkomen. Dat neemt echter niet weg dat wij graag zouden zien dat er in de aankomende Dierenwelzijnsnota voorlichting gegeven wordt. Dit bijvoorbeeld in de vorm van aandacht op de gemeentelijke kanalen aan de kosten die het houden van dieren met zich brengt.

Voorzitter, privacy is een groot goed. Desalniettemin ontbreekt het in deze Kaderbrief. Daarbij is het niet voor niets meermaals verankerd in de Grondwet,[5] het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens[6] en het Handvest van de Grondrechten van de EU.[7] Concrete wet- en regelgeving hierover is uitgewerkt in de welbekende AVG en de Nederlandse Uitvoeringswet in 2018.

De gemeente Maastricht heeft aan deze laatste twee wetten deels gehoor gegeven. Het Uitvoeringsbeleid gegevensbescherming is erop aangepast. Alleen blijft de Maastrichtse privacyverordening hierbij achter.

Deze verordening stamt alweer uit 2009. Sindsdien zijn er veel ontwikkelingen geweest op het gebied van privacy en digitale gegevensbescherming. Te denken valt alleen al aan datalekken en de opkomst van AI. En het belangrijkste: de verordening is niet in overeenstemming met de AVG, de Uitvoeringswet en het eigen uitvoeringsbeleid.

Dit terwijl gemeentes als Rotterdam en Utrecht na inwerkingtreding van de AVG in 2018 hun privacyverordeningen wél aangepast hebben. Laatstgenoemde heeft zelfs een verordening voor het beheer voor basisregistratie personen en gemeentelijke bevolkingsadministratie. Daarop gelet, dienen wij een motie in.

Het verzoek is heel simpel. Breng als college de privacyverordening bij de tijd conform de AVG, de Uitvoeringswet en het eigen Uitvoeringsbeleid. Stel naar voorbeeld van Utrecht een beheerverordening op. En kom met deze verordeningen als raadsvoorstel naar de raad vóór 2025.

Dank u wel.


[1] SP, GL, Volt, Fractie Den Haan, PvdA en VVD stemden voor; CDA en FvD tegen.

[2] Art. 3 lid 1 sub b jo. art. 25 lid 1 sub b Wet veiligheidsregio’s.

[3] Coalitieakkoord 2022-2026, p. 16.

[4] §2.2 Bomenstructuurplan gemeente Geertruidenberg.

[5] Artt. 10, 12 en 13 Gw.

[6] Art. 8 EVRM.

[7] Art. 7 Handvest Grondrechten EU.