Schrif­te­lijke vervolg­vragen Vaessen cs over ener­gie­com­pen­satie voor studenten


Indiendatum: 13 okt. 2022

Geacht college,

De afgelopen maanden hebben ondergetekenden op verschillende momenten actie ondernomen met als doel ongelijkheid in onze stad tegen te gaan en iedereen die het nodig heeft in aanmerking te laten komen voor de hoognodige energietoeslag. Tot dusver bestonden onze acties onder meer uit:

  1. Vragen aan het college op 18 februari door SP, beantwoord op 15 maart;
  2. Vragen aan het college op 8 april door M:OED, beantwoord op 29 april;
  3. Vragen aan het college op 15 juni door M:OED, SP, GroenLinks en PvdD, beantwoord op 15 juli;
  4. Motie over energiecompensatie op 19 juli door M:OED, verworpen;
  5. Vragen aan het college op 10 augustus door SP, beantwoord op 7 oktober.

Ook voor een grote groep studenten zijn de toegenomen energieprijzen een groot probleem. Wij vinden daarom dat deze groep studenten ook in aanmerking moet komen voor een adequate energiecompensatie. In verschillende gemeenten (Nijmegen, Zwolle, Delft, Heerlen, Utrecht en Sittard-Geleen) kunnen studenten inmiddels al energiecompensatie ontvangen. Vaak gebeurt dit door het verruimen van de mogelijkheden van de bijzondere bijstand. De verantwoordelijk wethouder van de gemeente Heerlen heeft expliciet laten weten (o.a. via Twitter) dat inwoners van de gemeente Heerlen die voldoen aan de voorwaarden zoals een zelfstandige woonruimte en een eigen energiecontract de energietoeslag kunnen aanvragen. Wel of niet student zijn is in Heerlen geen uitsluitingsgrond meer.[1]

De gemeente Nijmegen maakte onlangs bekend dat studenten daar toch energietoeslag kunnen aanvragen. Per adres geldt één energietoeslag. Als meerdere studenten met elkaar op één adres wonen, moeten ze de 1300 euro onderling verdelen.

Op 5 oktober jl. stuurde minister Schouten een brief aan de Tweede Kamer ter beantwoording van Kamervragen over de energietoeslag voor studenten. Daarin werd aangekondigd dat er voor studenten die in ernstige financiële problemen dreigen te komen als gevolg van de energiekosten het kabinet extra middelen beschikbaar heeft gesteld aan gemeenten (€ 35 miljoen in 2022). Over de wijze van toekenning en de verdeling van de middelen is de minister nog in overleg met gemeenten.

Gemeente Maastricht heeft er tot nu toe voor gekozen om te wachten op het Rijk, maar dat duurt nu wel erg lang. Daarom hebben de fracties van M:OED, SP, GroenLinks en Partij voor de Dieren de volgende vragen:

  1. Waarom kiest het college ervoor om te wachten op verheldering van het Rijk? Waarom kiest het college er niet voor om toch met de uitvoering van een eigen regeling te starten?
  2. Heeft het college contact gehad met de verantwoordelijke minister om te eisen dat deze op zeer korte termijn met verheldering komt over de voorwaarden om energietoeslag te krijgen? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst geweest en wil het college hiervan een gespreksverslag delen met de raad? Zo nee, waarom niet, wil uw college dat alsnog doen en de uitkomsten daarvan delen met de raad?
  3. Wil het college de mogelijkheid onderzoeken om een rechtszaak te starten tegen het Rijk wanneer het Rijk de financiële middelen voor de energietoeslag niet uitkeert aan de gemeente? Zo nee, waarom niet?

  4. Waarom gebruikt het college de post onvoorzien van 400.000 euro niet om de eerste studenten al tegemoet te komen?
  5. Heeft het college contact gehad met gemeenten die wél een energiecompensatie voor studenten hebben opengesteld, zoals Nijmegen, Zwolle, Delft, Heerlen, Utrecht en Sittard-Geleen?
  6. Indien voorgaande vraag positief beantwoord wordt: wat denkt uw college van dit overleg te kunnen leren? Welke studentenpopulatie hebben zij; in welke mate is die vergelijkbaar met Maastricht of wijkt die juist af? Waardoor zijn hun keuzes beïnvloed of bepaald? Voor welke oplossingen kozen zij en waarom? En wil het college hierover een schriftelijk verslag met de raad delen?
  7. Indien vraag 5 negatief beantwoord wordt: waarom niet, wil uw college dat alsnog doen, wil u hen betrekken bij de mogelijke rechtszaak tegen het Rijk en wil u de uitkomsten daarvan delen met de raad?
  8. Heeft het college inzicht in de hoogte van de toeslag gerelateerd aan de woonsituatie zoals kamerverhuur/geen zelfstandig energiecontract; eigen energiecontract; hoogte van de uitkering van DUO; de mogelijkheid om bij te lenen etc. voor de uitkering van de energietoeslag? Of hoe die eruit zou kunnen zien in verschillende varianten?
  9. Is het college bereid om relevante organisaties in de stad proactief te contacteren om een beeld te krijgen van de aantallen Nederlandse en buitenslandse studenten die mogelijk aanspraak krijgen op de toeslag? En hierover rapporteren aan de raad?

Over de mogelijkheden voor buitenslandse studenten om aanspraak te kunnen maken op een energietoeslag hebben wij een aantal aparte vragen opgesteld.

In de EU-verordening 883/2004 geregeld dat de lidstaat van herkomst verantwoordelijk is voor de sociale bescherming van studenten. Zij blijven sociaal verzekerd in land van herkomst, hun ouders krijgen kinderbijslag uit dat land, de studenten hebben recht op studiefinanciering uit land van herkomst.[2] Als zij naar een Nederlandse huisarts gaan, betaalt de verzekering in het land van herkomst de kosten. Deze studenten hebben geen Nederlandse zorgverzekering. Dit geldt zolang de buitenlandse student niet in Nederland werkt naast zijn studie.

10. Niet-economisch actieve studenten hebben wellicht geen aanspraak op de Nederlandse energietoeslag. Hoe beoordeelt u hun aanspraken en is het college bereid deze studenten desnoods toch tegemoet te komen?

Heel anders wordt het als de EU-student in Nederland werkt. Vanaf dat moment is de EU-student in Nederland sociaal verzekerd, voor AOW, ZVW (incl. zorgtoeslag enz.). De student is dan EU-werknemer en heeft dan recht op dezelfde sociale voordelen als Nederlanders.[3] Bovendien heeft deze recht op Nederlandse studiefinanciering als deze meer dan 56 uur per maand werkt.[4]

11. Blijkens EU-recht hebben werknemers uit de Unie dezelfde sociale voordelen in Nederland. Kunnen EU-studenten volgens het college aanspraak maken op de Nederlandse energietoeslag, indien zij enkel en alleen studeren in Nederland? Zo ja, wanneer hebben EU-studenten recht op de energietoeslag? Zo nee, wordt dit anders als zij minstens 56 uur werken per maand?

Voor ons zijn de ‘Sustainable Development Goals’ (SDGs) van de Verenigde Naties belangrijke pijlers voor de toekomst van onze stad. Hiermee brengen we ‘think global, act local’ in de praktijk. Bovenstaande schriftelijke vragen passen bij SDGs:

Wij zien uw antwoorden (maar vooral uw daden!) met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Jules Vaessen

Partij voor de Dieren

M. van Rooij (M:OED)
A. Schut (SP)
A. Lucas (GL)

[1] https://www.heerlen.nl/heerlen...

[2] Art. 7 lid 1 sub c Verordening 2004/38/EG.

[3] Art. 7 leden 1, 2 en 3 Verordening (EU) 492/2011.

[4] Beleidsregel controlebeleid migrerend werknemerschap.

Indiendatum: 13 okt. 2022
Antwoorddatum: 15 nov. 2022

Geachte raadsleden,
Onderstaand treft u de beantwoording aan van de schriftelijke vragen die uw fractie gesteld heeft.

Vraag 1) Waarom kiest het college ervoor om te wachten op verheldering van het Rijk? Waarom kiest het college er niet voor om toch met de uitvoering van een eigen regeling te starten?

Het college heeft gewacht op verheldering door het Rijk (in dit geval het ministerie van SZW) om zo toch beter de contouren van een eigen gemeentelijke regeling te kunnen bepalen.
In een brief aan de Tweede Kamer van 5 oktober 2022 van minister Schouten over Kamervragen rondom de energietoeslag en studenten, is onder meer aangegeven dat een generieke energietoeslag in de vorm van categoriale bijzondere bijstand niet bedoeld is voor studenten. De minister vindt vervolgens wel dat gemeenten, in lijn van de uitspraak van de rechtbank Gelderland, daarvoor een redelijk alternatief kunnen bieden in de vorm van individuele bijzondere bijstand. Ze heeft in dat kader voor gemeenten inmiddels een aantal richtlijnen opgesteld en gepubliceerd. Het gaat dan om nadere voorwaarden als een eigen energiecontract op naam, een inkomen dat lager is dan 120% van het sociaal minimum en het meetellen van het maximale bedrag dat bij DUO kan worden verkregen dan wel kan worden geleend.

Verder is in dezelfde brief naar voren gebracht dat gemeenten de richtlijnen kunnen aanvullen met criteria die ze al zelf hanteren voor de categoriale bijzondere bijstand voor de energietoeslag.
Er wordt nu gewerkt aan een beleidsregel voor studenten waarin voornoemde richtlijnen en een aantal bestaande criteria worden samengebracht. Het college zal begin december hierover een besluit nemen.

Vraag 2) Heeft het college contact gehad met de verantwoordelijke minister om te eisen dat deze op zeer korte termijn met verheldering komt over de voorwaarden om energietoeslag te krijgen? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst geweest en wil het college hiervan een gespreksverslag delen met de raad? Zo nee, waarom niet, wil uw college dat alsnog doen en de uitkomsten daarvan delen met de raad?

Maastricht heeft samen met de universiteitssteden een brief medeondertekend van de Utrechtse Wethouder, mw. Linda Voortman, die gericht was aan minister Dijkgraaf en minister Schouten. Daarin werden beiden opgeroepen met een landelijke oplossing te komen om de groep studenten die het nodig hebben te compenseren. Dat zou dan via DUO moeten gebeuren omdat deze organisatie veel informatie heeft over studenten.

De brief werd 31 augustus 2022 richting ministers verstuurd. Vervolgens is hier op 6 oktober 2022 in de Tweede Kamer aandacht aan besteed in een commissiedebat armoede/schulden. Minister Schouten heeft toen geantwoord dat de situatie van studenten meestal verschilt met die van andere huishoudens en dat ze daarom zijn uitgesloten van de energietoeslag maar dat in individuele omstandigheden een beroep op de individuele bijzondere bijstand kan worden gedaan. Verder gaf ze aan meermaals bij DUO te zijn geweest, maar dat die kenbaar hebben gemaakt het echt niet te kunnen uitvoeren.

Bovenstaand antwoord komt terug in eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer van 5 oktober 2022. Daarin is verder naar voren gebracht dat het ministerie met richtlijnen zal komen in het kader van de beoogde verlening van individuele bijzondere bijstand. Die richtlijnen zijn er inmiddels.

Vraag 3) Wil het college de mogelijkheid onderzoeken om een rechtszaak te starten tegen het Rijk wanneer het Rijk de financiële middelen voor de energietoeslag niet uitkeert aan de gemeente? Zo nee, waarom niet? Waarom gebruikt het college de post onvoorzien van 400.000 euro niet om de eerste studenten al tegemoet te komen?

De middelen voor de generieke energietoeslag zijn tot nu toe beschikbaar gesteld via het gemeentefonds. Het college ziet dan ook geen aanleiding om een rechtszaak op te starten.
Het ministerie van SZW heeft inmiddels voor het bekostigen van een energieregeling voor studenten aan alle studentensteden een apart bedrag beschikbaar gesteld. Maastricht ontvangt rond de 1,6 miljoen euro.

Vraag 4) Heeft het college contact gehad met gemeenten die wél een energiecompensatie voor studenten hebben opengesteld, zoals Nijmegen, Zwolle, Delft, Heerlen, Utrecht en Sittard-Geleen?

De gemeente heeft onder meer mondeling en/of per mail contact gehad met Tilburg, Nijmegen, Heerlen en Sittard-Geleen en heeft verder ook gekeken naar beleidsstukken van Zwolle, Delft en Utrecht.

Vraag 5) Indien voorgaande vraag positief beantwoord wordt: wat denkt uw college van dit overleg te kunnen leren? Welke studentenpopulatie hebben zij; in welke mate is die vergelijkbaar met Maastricht of wijkt die juist af? Waardoor zijn hun keuzes beïnvloed of bepaald? Voor welke oplossingen kozen zij en waarom? En wil het college hierover een schriftelijk verslag met de raad delen?

Sommige gemeenten hebben ervoor gekozen de bestaande generieke regeling voor energietoeslag ook open te stellen voor studenten. Tilburg heeft dat bijvoorbeeld gedaan maar daar wel de richtlijn van het ministerie in verwerkt, met name het meetellen van het maximale bedrag dat bij DUO kan worden geleend.

Wat opvalt is dat vrijwel alle regelingen uitgaan van het bewonen van een zelfstandige woning en dus géén toeslag of tegemoetkoming bieden aan kamerbewoners. Nijmegen vormt hierop een uitzondering door aan studenten die op kamers wonen per adres één energietoeslag toe te kennen. Er is in het contact niet specifiek ingegaan op de populatie. We zien wel dat Maastricht een veel grotere en andere populatie heeft dan bijvoorbeeld Heerlen en Sittard-Geleen, niet alleen qua aantallen maar ook qua samenstelling.

Het college kan hierover geen schriftelijk verslag delen. De regelingen van alle gemeenten zijn openbaar en kunnen dus zo worden ingezien en worden vergeleken.

Vraag 6) Indien vraag 5 negatief beantwoord wordt: waarom niet, wil uw college dat alsnog doen, wil u hen betrekken bij de mogelijke rechtszaak tegen het Rijk en wil u de uitkomsten daarvan delen met de raad?

Het college denkt vraag 5 afdoende te hebben beantwoord. Al eerder is aangegeven dat Maastricht niet van plan is de gang naar de rechter te maken. Overigens is ook niet gebleken dat voornoemde gemeenten dat alsnog overwegen.

Vraag 7) Heeft het college inzicht in de hoogte van de toeslag gerelateerd aan de woonsituatie zoals kamerverhuur/geen zelfstandig energiecontract; eigen energiecontract; hoogte van de uitkering van DUO; de mogelijkheid om bij te lenen etc. voor de uitkering van de energietoeslag? Of hoe die eruit zou kunnen zien in verschillende varianten?

Zodra een beleidsregel voor studenten door het college is bekrachtigd kunt u daar kennis van nemen en zelf vaststellen welke studenten in welke situatie en onder welke voorwaarden voor een tegemoetkoming in aanmerking kunnen komen.

Vraag 8) Is het college bereid om relevante organisaties in de stad proactief te contacteren om een beeld te krijgen van de aantallen Nederlandse en buitenslandse studenten die mogelijk aanspraak krijgen op de toeslag? En hierover te rapporteren aan de raad?

Er is contact gezocht met de MU over statistische cijfers. De MU heeft in dit kader de Lokale monitor Maastricht 2022 met de gemeente gedeeld. Die monitor omvat onder meer veel cijfers over samenstelling en aantallen studenten en hoe die gehuisvest zijn. In het collegevoorstel dat nodig is voor het vaststellen van de beleidsregel voor studenten zal inzichtelijk worden gemaakt hoeveel en welke studenten (Nederlands en/of buitenlands) aanspraak op de regeling zouden kunnen maken.

Vraag 9) Niet-economisch actieve studenten hebben wellicht geen aanspraak op de Nederlandse energietoeslag. Hoe beoordeelt u hun aanspraken en is het college bereid deze studenten desnoods toch tegemoet te komen?

De vraag maakt deel uit van het onderzoek naar hoe het college de regeling voor studenten vorm wil geven. Uit de regeling zelf waarover het college in december een besluit zal nemen, zal blijken welke keuzes er in dit kader zijn gemaakt.

Vraag 10) Blijkens EU-recht hebben werknemers uit de Unie dezelfde sociale voordelen in Nederland. Kunnen EU-studenten volgens het college aanspraak maken op de Nederlandse energietoeslag, indien zij enkel en alleen studeren in Nederland? Zo ja, wanneer hebben EU-studenten recht op de energietoeslag? Zo nee, wordt dit anders als zij minstens 56 uur werken per maand?

Ook deze vraag is onderdeel van het onderzoek naar hoe de regeling voor studenten eruit kan gaan zien. Uit de regeling zelf kan straks worden afgeleid welke keuzes hier zijn gemaakt en zal blijken welke student waarvoor in aanmerking komt.

Hoogachtend,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Alex Meij
Wethouder Sociale Zaken, Jeugdzorg, Vastgoed, Personeel en Organisatie