Bijdrage Vaessen VvGB Kruis­he­ren­hotel

Voorzitter,

We stellen onszelf hier en in de fractie wel vaker de vraag: van wie is de stad? Is de stad voor zijn 125.000 inwoners, oet Mestreech en uit Maastricht? Of is die er voor steeds meer dagjesmensen en verblijfstoeristen in het hogere segment? Wat ons betreft, is de stad er in de eerste plaats voor de eerstgenoemde categorie.

Wonen in een stadscentrum betekent dat men iets meer overlast moet kunnen tolereren dan in Bunde of pakweg Sibbe. Zeker als je ervoor kiest om in de buurt van een hotel te gaan wonen. Dan is enige hinder voorzienbaar. Daar moet nog een moet een mouw aan gepast kunnen worden.

De huidige situatie en ontwikkelingen zijn echter anders. De voorliggende uitbreiding en daarmee verbonden toenemende overlast waren niet te voorzien. Of het nou gaat om de bouwlagen en -hoogte, de aanzuigende werking op het verkeer, Wie had hier nou rekening mee kunnen houden?

Wat dat laatste betreft, wordt het verkeersprobleem mogelijk niet alleen afgeschoven op het Kommelkwartier en dus het centrum. Met het valetplan worden auto’s geparkeerd in de garage aan het Lenculenhof. Maar in gevallen wordt de verkeerstoename ook afgewenteld op de randen van de stad, zoals Biesland en het landelijk gebied tegen Kanne aan. Terwijl de Bieslander-, Cannerweg en het landelijk gebied daaromheen daar helemaal niet op ingericht zijn.

Bovendien: hoe vervuilend en omslachtig wil je de verkeersbewegingen hebben? Men rijdt eerst het stadscentrum in, en zet de auto neer bij het hotel. Dan wordt de auto leeg terug met valetservice door Biesland en landelijk gebied gereden.

Degene die de auto afleverde moet ook nog eens terug het stadscentrum in. En dan moet de auto ook nog eens teruggebracht worden naar het hotel, waarvoor sowieso ook nog eens minstens 1 extra verkeersbeweging nodig is voor het personeel.

We lezen dat er vorige week overleg was over eventueel shuttlevervoer, maar dan blijf je het afwentelen op landelijk gebiedn houden. Toch zijn we benieuwd naar deze uitkomsten, want de valetservice lijkt ons helemaal niets. Deze opzet heeft immers alleen gevolgen voor de direct omwonenden, maar ook voor mensen aan de randen van de stad. En voor hen is dit alles nog minder voorzienbaar.

Dan tot slot, de groenvoorzieningen voorzitter. Het is goed om te zien dat een rij leibomen naast het Herdenkingsplein verschijnt. Daarnaast is het lovenswaardig dat de wethouder toezegt om juist in dit stadsdeel naar vergroening te kijken.

Probleem is echter dat dit bij dit plan nog te voorbarig is. Het is ons nog niet concreet wat dit gaat opleveren. En dat zagen we eerder bij plannen als de Mosa Porselein. Wat ons betreft, ligt dit al bij de conceptverklaring of een bestemmingsplanwijziging vast. Dan weten we precies waar we ‘ja’ of ‘nee’ tegen zeggen. Mogelijk komt dit bij de definitieve verklaring wel aan bod.

Dank u wel.