Schrif­te­lijke vragen Vaessen inzake Verstoren leef­gebied beschermde reptielen bij bouw tijde­lijke parkeer­garage


Indiendatum: 22 feb. 2024

Geacht college,

Op de parkeerplaats de Frontensingel komt een tijdelijk parkeerdek op hoogte. Dit ondanks het feit dat er veel beschermde soorten in de Lage Fronten voorkomen, zoals de muurhagedis. Om diens leefgebied te beschermen, heeft uw college in november 2022 nog een motie overgenomen.[1] Het parkeerdek krijgt in totaal drie verdiepingen en zal door diens hoogte zonlicht ontnemen aan de habitat van de muurhagedis, maar ook de hazelworm. Dit betreft echter naast de vestingmuren tevens het Spoorpad en de grasstroken. Dit leidt bij de Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen.

  • Uw college heeft een omgevingsvergunning afgegeven voor de bouw[2] van een tijdelijke bovengrondse parkeergarage aan de Frontensingel.[3] Blijkens de onderliggende quickscan en ruimtelijke onderbouwing zouden de werkzaamheden ‘niet tot verstoring of vernieling van het leefgebied van de muurhagedis of hazelworm leiden’.[4] Hierdoor is er voor het bouwproject geen ontheffing op basis van de Wet natuurbescherming aangevraagd bij het college van gedeputeerde staten van Limburg.[5] Echter, uit de quickscan en de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat enkel de vestingmuren meegenomen zijn als leefgebied van de reptielen maar niet het voorliggende Spoorpad en de grasstroken. Ook hier komen de beschermde soorten veelvuldig voor en dit zal veel meer invloed ondervinden van slagschaduw van het parkeerdek, omdat deze dichterbij het gebouw liggen. Bovendien stelt de onderbouwing dat enkel slagschaduw op het leefgebied valt tussen half september en eind maart.[6] Dit terwijl de maand september dé belangrijkste maand is voor juvenielen geboren uit de tweede legsels. Daardoor maakt het parkeerdek de omgeving onzes inziens toch een minder geschikte biotoop voor de reptielen. Hagedissen hebben zonnewarmte nodig om actief te kunnen zijn. De eieren worden niet actief uitgebroed maar in de grond of zand begraven en de zonnewarmte zorgt ervoor dat ze na enige incubatietijd uitkomen. Dit maakt dat de vergunning verleend is ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave. Op basis daarvan kan uw college besluiten om de vergunning in te trekken.[7] Vindt uw college dat de aanvraag en onderbouwing voldoende juist en volledig waren om een vergunning te verlenen? Zo ja, waarom en hoe verhoudt dat zich tot het omgevingsrecht? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor uw college?
  • Uit de hele bezonningsstudie[8] blijkt dat deze ingericht is op de vestingmuur bij het Spoorpad. Over het Spoorpad zelf en de aangrenzende stroken als leefgebied wordt met geen woord gerept. Bovendien ontbreekt het zowel in de berekeningen als de simulatie van de slagschaduw een onderbouwing van effecten van de garage op het gebied in de belangrijke maand september.[9] Dit ondanks het feit dat wel gesteld wordt dat ‘er schaduw valt op de oude vestingmuur van half september tot eind maart.[10] Vindt uw college dat, gelet op de bezonningsstudie, de aanvraag van de omgevingsvergunning voldoende onderbouwd is? Is uw college van plan om aanvrager een nieuwe bezonningsstudie te laten verrichten op het hele leefgebied van de reptielen, inclusief een simulatie en berekening van de maand september? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dat zich tot de Wet natuurbescherming en het omgevingsrecht?
  • Voor het bouwproject is geen ontheffing op basis van de Wet natuurbescherming aangevraagd bij het college van gedeputeerde staten van Limburg.[11] Doordat het Spoorpad, de stroken en het belang van de maand september niet meegenomen zijn in de quickscan en de ruimtelijke onderbouwing heeft het bouwproject echter wel degelijk invloed op de habitat van beschermde soorten. Van rechtswege behoeft deze activiteit daarom tevens een omgevingsvergunning natuur.[12] Deze is in casu echter niet verstrekt.[13] De wel verleende beschikking is verleend op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo). Ook al is deze sinds 1 januari jl. vervallen door de inwerkingtreding van de Omgevingswet, blijft het oude recht geldend voor lopende procedures.[14] Gaat uw college deze omgevingsvergunning natuur alsnog verlenen of gaat uw college bij vergunninghouder aangeven dat deze alsnog een ontheffing op basis van de Wet natuurbescherming aanvraagt bij het college van gedeputeerde staten van Limburg? Zo ja, waarom en welk gevolg heeft dat voor het parkeerdek? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dat zich tot het omgevingsrecht en de Wet natuurbescherming?
  • Doordat het Spoorpad, de stroken en het belang van de maand september niet meegenomen zijn in de Quickscan en de Ruimtelijke onderbouwing heeft het bouwproject wel degelijk invloed op de habitat van beschermde soorten. Hiervoor is echter geen ontheffing op basis van de Wet natuurbescherming aangevraagd noch is er een omgevingsvergunning natuur verleend. Dit maakt dat het bouwproject in strijd is met de Wabo. Uw college is daaromtrent bevoegd gezag en heeft daarom de beginselplicht om handhavend op te treden.[15] Gaat uw college een bestuurlijke sanctie opleggen?[16] Zo ja, dewelke en op welke termijn? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dat zich tot het omgevingsrecht en de Wet natuurbescherming?
  • De casus is ook aanhangig gemaakt bij het college van gedeputeerde staten van Limburg. Dit door middel van een formele milieuklacht.[17] Deze is bevoegd gezag om te oordelen of er sprake is van een overtreding van de Wet natuurbescherming. Nu het weer langzaamaan warmer begint te worden, is het van belang om ontwakende reptielen niet verder te storen. Dit in ieder geval tot er duidelijkheid is omtrent de overtreding betreffende de Wet natuurbescherming. Gericht op naleving van de wet kan uw college besluiten het bouwen van een bouwwerk te staken.[18] Gaat uw college gebruikmaken van uw bevoegdheid om de bouw te staken totdat er duidelijk is omtrent de overtreding van de Wet natuurbescherming? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dit zich tot het omgevingsrecht en de Wet natuurbescherming?
  • Uw college heeft in november 2022 een motie overgenomen om het leefgebied van de muurhagedis te beschermen. Hier is inmiddels uitvoering aan gegeven door het Spoorpad af te schermen middels klaphekken en afrasteringen. Dit is de populatie ten goede gekomen doordat de muurhagedissen niet meer overreden worden door fietsers en brommerrijders. Echter, zal het ontnemen van zonlicht op datzelfde Spoorpad weer negatieve effecten hebben op de instandhouding van de muurhagedis. Vindt uw college dat het consistent beleid is om eerst het Spoorpad af te schermen om de beschermde soorten te helpen en daarna een omgevingsvergunning te verlenen voor de bouw van een parkeerdek van driehoog? Zo ja, waarom en hoe verhoudt dat zich tot de overgenomen motie? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor uw college?

Gaarne beantwoording binnen de daarvoor geldende termijn.

Hoogachtend,

Jules Vaessen

Partij voor de Dieren


[1] Motie Afschermen Spoorpad Frontenpark, 8 november 2022.

[2] Art. 2.1 lid 1 sub a en c Wabo (oud).

[3] Gemeenteblad Maastricht, nr. 377778 d.d. 30 augustus 2023.

[4] Quickscan natuur ‘Uitbreiding Parkeergarage Frontenpark Maastricht’ (127970/2-013.182), 18 april 2023, p. 35-36; zie ook Ruimtelijke onderbouwing ‘Parkeergarage Frontenpark Maastricht (132911/23-008.902), 25 mei 2023, p. 26.

[5] Quickscan natuur ‘Uitbreiding Parkeergarage Frontenpark Maastricht’ (127970/2-013.182), 18 april 2023, p. 42; zie ook Ruimtelijke onderbouwing ‘Parkeergarage Frontenpark Maastricht (132911/23-008.902), 25 mei 2023, p. 28.

[6] Quickscan natuur ‘Uitbreiding Parkeergarage Frontenpark Maastricht’ (127970/2-013.182), 18 april 2023, p. 37; zie ook Bezonningsstudie ‘Uitbreiding Parkeergarage Frontenpark Maastricht’, 17 maart 2022, p. 1.

[7] Art. 5.19 lid 1 sub a Wabo (oud).

[8] Bezonningsstudie ‘Uitbreiding Parkeergarage Frontenpark Maastricht’, 17 maart 2022.

[9] Bezonningsstudie ‘Uitbreiding Parkeergarage Frontenpark Maastricht’, 17 maart 2022, p. 2 en 3.

[10] Bezonningsstudie ‘Uitbreiding Parkeergarage Frontenpark Maastricht’, 17 maart 2022, p. 1.

[11] Quickscan natuur ‘Uitbreiding Parkeergarage Frontenpark Maastricht’ (127970/2-013.182), 18 april 2023, p. 42; zie ook Ruimtelijke onderbouwing ‘Parkeergarage Frontenpark Maastricht (132911/23-008.902), 25 mei 2023, p. 28.

[12] Artt. 2.1 lid 1 sub i Wabo (oud) jo. 2.2aa sub b Bor (oud) jo. 3.10 lid 1 sub a en b Wnb jo. Bijlage A Wnb jo. 2.1 lid 1 sub a jo. 2.1 lid 1 sub c Wabo (oud).

[13] Gemeenteblad Maastricht, nr. 377778 d.d. 30 augustus 2023.

[14] Artt. 4.13 lid 1 jo. 4.1 sub h Invoeringswet Omgevingswet.

[15] Artt. 5.2 lid 1 sub a jo. 5.1 Wabo (oud).

[16] Art. 5.2 lid 1 sub a Awb.

[17] https://formulieren.limburg.nl/provincielimburg/meldformulier_milieuklacht.

[18] Art. 5.17 Wabo (oud).

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Vaessen/Blom over invulling motie zelfbewoningsplicht en verkoopvoorwaarden voor de woonstudio Louisestraat

Lees verder

Technische vragen Partij voor de Dieren inzake bestemmingsplan Mosa Porselein

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer